Literatuur in de middeleeuwen

Vooraf

Niet lezen, maar luisteren

Het eerste belangrijke verschil met de moderne literatuur is dat literatuur in de middeleeuwen niet werd gelezen, maar beluisterd. Omdat het merendeel van de middeleeuwers niet kon lezen en schrijven, werden teksten verteld en van generatie op generatie doorgegeven. De kunst van het vertellen was vooral een oud verhaal zo te brengen dat het elke keer opnieuw boeiend was. Een dichter bedacht dus geen nieuwe verhalen, maar paste eeuwenoud repertoire aan de eisen van de tijd aan. Om de verhalen gemakkelijker te kunnen onthouden zette men ze op rijm.
Veel van deze mondelinge literatuur is nooit opgeschreven en ging daardoor verloren. Het weinige dat op schrift is gesteld, heeft in de loop van de middeleeuwen veel veranderingen ondergaan. Zo zijn aan de teksten nogal eens christelijke elementen toegevoegd, omdat ze (hoofdzakelijk) door monniken op schrift werden gezet. Ook werd de naam van de auteur niet vermeld, omdat die in de loop der tijden werd vergeten en de tekst toch voortdurend werd aangepast. En ten slotte zijn er veel fouten in de teksten geslopen bij het kopiëren.

De middeleeuwse literatuur weerspiegelde de drie standen (adel, geestelijkheid, boeren en burgers) met hun aandachtsgebieden en levensvragen.

Literatuur met een adellijke achtergrond

Voorhoofse ridderromans - Karelromans

Vanaf de elfde eeuw ontstonden in Frankrijk nieuwe verhalen over helden. Voor de adel, die graag over zichzelf hoorde vertellen, werden ridderromans opgetekend. Gaandeweg deden er over de beroemde koning Karel de Grote (768-814) steeds meer verhalen de ronde, deels gebaseerd op waarheid en deels op fantasie. De inmiddels geletterde dichters schreven deze verhalen niet meer in het Latijn (de taal van de kerk), maar in het Romaans (de taal van het volk). Karel ende Elegast is zo’n bekende Karelroman.

De belangrijkste kenmerken van de Karelromans zijn:

  • (deels) verzonnen verhalen op rijm over Karel de Grote
  • conflicten tussen leenheer (Karel) en zijn ridders (leenmannen) staan centraal
  • belangrijke deugden zijn moed, kracht en trouw (aan familie, clan, keizer én God)
  • belangrijke te vermijden zaken zijn: schande en eerverlies
  • vrouwen spelen een zeer ondergeschikte rol
  • opvallend zijn de Germaanse invloeden in de verhalen (geweld, tweegevecht als godsoordeel)

Voorhoofse ridderromans - Karelromans

Onderstaande afbeelding geeft een goed beeld van de wereld van de voorhoofse ridderromans: bruut fysiek geweld.

Hoofse romans - Arthurromans, oosterse en klassieke romans

Arthurromans

Aan het einde van de twaalfde eeuw vonden dichters nieuwe inspiratie in de figuur van een Keltische vorst, koning Arthur (500-550?). Het is niet bekend of hij werkelijk bestaan heeft. Over hem werd verteld dat hij een aantal ridders om zich heen verzamelde, met wie hij regelmatig aanzat aan de ronde tafel. Die ronde tafel was een symbool voor hun onderlinge gelijkwaardigheid en harmonie - er zat immers niemand aan het hoofd van de tafel -. Zij vochten geen onderlinge conflicten uit, maar bevochten het onheil en onrecht in de wereld.

Voor de ridders van Arthur was naast moed, kracht en trouw ook hoofsheid een vereiste. Hoofsheid laat zich vertalen als ‘beschaafd gedrag’, ‘hoffelijk zijn’. Een hoofse ridder was niet alleen een geoefend strijder, hij was ook (en vooral) een beschaafd en ontwikkeld mens. Het zal daarom geen verbazing wekken dat vrouwen een vooraanstaande rol hadden in de Arthurromans.

De zogenaamde hoofse liefde speelt een grote rol in de Arthurromans. De ware hoofse liefde was een zuivere, afstandelijke en nooit lichamelijke vorm van liefde. Geïnspireerd door zijn liefde voor een meestal onbereikbare vrouw, bewees de ridder in de Arthurroman grote moed in de avonturen die hij beleefde.

De aanwezigheid van zoveel verschillende ridders bood schrijvers de gelegenheid om naast het hoofdverhaal (over Arthur, zijn vrouw Guinevere en ridder Lancelot) de andere ridders hachelijke avonturen te laten beleven.
De belangrijkste Middelnederlandse Arthurroman is De jeeste van Walewein en het schaakbord uit het begin van de dertiende eeuw.

Een laatste opvallend verschil met de Karelromans is de ontbrekende invloed van Germaanse elementen. Daarvoor kwamen veel meer Keltische invloeden in de plaats (mysterieuze landen, tovenarij).

Hoofse ridderromans - Arthurromans

Vergeleken bij de gewelddadige vechtjassen uit de Karelromans zijn de ridders in de Arthurromans gecultiveerde edellieden: hier zitten ze aan de legendarische 'ronde tafel' en converseren beschaafd met elkaar ...